Het begint een behoorlijke epidemie te worden: de Engelse ziekte. Dat klinkt als een serieuze aandoening en medisch gezien is dat het ook zeker. Maar in de Nederlandse taal verstaan we onder 'Engelse ziekte' de neiging om Engelse woorden te gebruiken en Nederlandse woorden te schrijven alsof het Engelse woorden zijn. Als managementondersteuner wordt van jou verwacht dat je goed Nederlands kunt spreken en schrijven. Wij praten je dus graag bij over de schrijfetiquette van Engelse woorden.
Engelse woorden
In het wereldje van marketing of ICT is het heel normaal dat Engelse woorden de boventoon voeren. Iedereen in dat wereldje zal deze ook begrijpen, het is een soort vakjargon geworden. Maar in een brief, een verslag of op de bedrijfswebsite is het niet wenselijk. Niet iedereen die jouw tekst te lezen krijgt, spreekt immers even goed Engels, dus het kan best zijn dat een deel van je boodschap verloren gaat. Het is dan ook een goede gewoonte om geen Engelse woorden te gebruiken als er een goed Nederlands alternatief beschikbaar is. Kom je er toch niet uit? Probeer dan eens de online tool van de stichting Nederlands om te zoeken naar een goed Nederlands alternatief.
Tips voor het gebruik van Engelse woorden
Kies je er toch voor om Engelse woorden te gebruiken, doe het dan goed.
- De/het: In principe zijn Engelse woorden mannelijk en verwijs je met 'de'. Een handige vuistregel uit de oude doos: als de Nederlandse variant van een woord de of het krijgt, krijgt de Engelse variant dat ook. Bijvoorbeeld: de tekstschrijver = de copywriter, de omslag = de cover. Deze regel kent natuurlijk wel een aantal uitzonderingen en er zijn inmiddels ook heel veel woorden zodanig ingeburgerd geraakt dat ze zowel de als het kunnen krijgen. Als je zeker wilt weten of je de of het moet gebruiken, kun je een online woordenlijst raadplegen.
- Spaties: Een belangrijk verschil tussen het Nederlands en het Engels is het spatiegebruik. In het Engels worden samenstellingen veel vaker los geschreven, terwijl ze in het Nederlands aaneen worden geschreven. Dit geldt helemaal als een deel van de samenstelling Nederlands is of ingeburgerd is in het Nederlands. Binnen ons vakgebied zijn de voorbeelden makkelijk te vinden: managementsupport, humanresourcesmanagement of projectmanagement. Kies bij deze woorden voor de Nederlandse schrijfwijze.
- Meervoud: Meestal gaat het bij het meervoud van Engelse woorden intuïtief goed. Waar het verrassend vaak fout gaat, is bij woorden die eindigen op een -y. We hebben al gauw de neiging om de Engelse spelling over te nemen: hobby - hobbies. In een Nederlandse zin gelden echter de Nederlandse meervoudsregels en schrijf je het meervoud met -'s. Het meervoud van hobby is dus hobby's.
- Werkwoorden vervoegen: Engelse werkwoorden worden vervoegd alsof het Nederlandse woorden zijn. Je mag dus weer echt old school gebruikmaken van 't kofschip! Als de stam van het Engelse werkwoord eindigt op of klinkt als een van de letters uit 't kofschip, dan gebruik je in de verleden tijd en in het voltooid deelwoord een -t. In alle andere gevallen schrijf je een -d. Soms levert dit rare woorden op: ik delete, ik deletete, ik heb gedeletet. Een extra argument om toch maar voor het oer-Hollandse 'verwijderen' te gaan!